Strikt genomen bestond het KNIL nog niet in 1927. Wel het Oost-Indisch leger. Het was in 1927 dat een detachement van dit leger naar Nederland reisde en op 14 juni in de Hofstad applaus en waardering oogstte, van de modest and the mighty.

Het detachement was speciaal samengesteld om de staatsbegrafenis van generaal Van Heutsz bij te wonen. Dat moest een imponerend evenement zijn, dus het KNIL hoorde er ook bij. De mannen werden zorgvuldig geselecteerd, ook met het oog op de verwachte aandacht in de pers. Gedecoreerd sprak aan. Heldendaden verricht in Atjeh eveneens. Al met al telde het detachement zo’n veertig manschappen, waarvan bijna niemand buiten Indië was geweest. Ze zouden Nederland puur op charme veroveren.

De staatsbegrafenis duurde een middag. De week erna treinde het detachement naar Den Haag. Op het Centraal Station werden ze feestelijk ontvangen door hoge autoriteiten. Daarna marcheerden ze onder enorme publieke belangstelling via het Plein en het Buitenhof naar Huis Den Bosch waar de koninklijke familie verwacht werd. Tegen drie uur ’s middags arriveerde de auto. Wilhelmina en haar echtgenoot Hendrik, vergezeld van kroonprinses Juliana, namen vervolgens het defilé af. Daarna kwam de receptie, waar Hare Majesteit belangstelling toonde voor de prachtige decoraties.

Uiteraard was de pers positief.

Ik heb hele reportages uit de archieven gehaald, ook over de bezoeken die het detachement aan andere steden bracht. Steeds hetzelfde patroon. Hoge omes aan het station. Toespraken. Marcheren en defileren. De bevolking die uitloopt. De mannen van het detachement die zich laten filmen en fotograferen en zowat op elke foto lachend staan. Het fascineert. Net een toneelstuk.

En ik denk: zo was Nederland toen, zo gemakkelijk lieten we ons meeslepen door verhalen en foto’s. Het detachement bezat glamour en verder werd er weinig nagedacht. De emotie regeerde, ongeveer op dezelfde manier als nu, wanneer de koloniale tijd ter sprake komt. Er is nauwelijks nog een gesprek mogelijk. Iemand roept “oorlogsmisdaden” en daarna ben je goed of fout. Dat is een verlies, hopelijk van tijdelijke aard.

De vraag die ons verder brengt is de vraag naar het waarom. Ja, waarom dit charme-offensief van het detachement? Waarom die koninklijke ontvangst in Den Haag van aandacht en waardering? Het antwoord is ontluisterend. Nederland wist dat Indië op weg was naar zelfstandigheid, vroeger of later. Koloniaal geknuffel moest het ‘later’ maken.

En Den Haag juichte.

(Deze column verscheen eerder op Dagblad070.nl)