In Den Haag zocht ik tevergeefs naar de generaal Van Daalenstraat. Iedereen uit Atjeh heeft er een straat gekregen: Van Heutsz, Loudon, Rooseboom, noem maar, noem maar, namen waarvoor eens een halve natie ontzag voelde. Atjeh, u weet wel. Die koloniale oorlog. Toen froeher. Ja, en nog steeds, min of meer, misschien, eigenlijk – deel van ons verleden, van onze geschiedenis, van wie wij nu zijn.

Generaal G.C.E. van Daalen, Frits voor intimi, is overgeslagen toen de straten in het Bezuidenhout verdeeld werden over de generaals. Het waarom-daarom ligt voor de hand: men vond hem te controversieel. Want Van Daalen was weliswaar net als de anderen goed gedecoreerd in die oorlog, hij had eigen macht en invloed en daarbij was hij commandant van het KNIL geweest, dus allemaal super, alleen was er dus die maatschappelijke rel in 1908. Over zijn bestuurlijke optreden. Over zijn militaire expedities in Atjeh. Woorden als moord en nodeloze wreedheid klonken, de pers publiceerde, de politiek debatteerde, mannen van gewicht overlegden in achterkamertjes en het eind van het verhaal was dat Van Daalen een schurk heette te zijn.
Iedereen sloeg over dat Van Daalen een schakel was in een keten van gezag en verantwoordelijkheid, een keten die eindigde met de kroon van het staatshoofd Wilhelmina. Dat idee kwam niet zo goed uit.
Barbertje moest hangen, Barbertje hing, en tot op de dag van vandaag hangt hij nog.

Nu hebben we dus een man zonder straat. Van Daalen heeft geen monument, zoals Van Heutsz er meer heeft. Een park is evenmin naar hem vernoemd. Zijn naam kom ik wel tegen in Rijswijk, maar ja, dat is weer geen Den Haag. Leuk weetje: Van Daalen woonde na zijn pensionering in de hofstad en is er zelfs in 1930 gestorven. Weer een reden om alsnog een straat naar hem te vernoemen. Misschien kan de lange Van Heutszstraat in twee worden gesplitst, en dan krijgt het deel voorbij de Rooseboomstraat een nieuw naambordje. Eerlijk is eerlijk, als je een wijk vol koloniale straatnamen hebt, dan hoort Van Daalen er ook bij.

Ik weet dat er stemmen roepen over herbenoemen en meer van dergelijke uitspraken. Niet naar luisteren. Want die straatnaambordjes gaan niet over degenen die vernoemd zijn. Ze gaan over degenen die de vernoemingen uitkozen. De mensen die vrees voelden voor een rel over de generaal Van Daalenstraat. Is het Haaghe nog steeds zo’n bange stad?

 

(Deze column verscheen eerder op Dagblad070.nl)