Colijn

Wie zegt nog meteen “o ja!” wanneer de naam van Hendrik Colijn (1869-1944) wordt genoemd? Ooit was hij minister-president van Nederland. Enkele jaren geleden openbaarde een biografie zijn militaire jaren in Indië, een openbaring die flink wat stof liet opwaaien. Minder bekend is dat hij lange tijd de rechterhand was van generaal Van Heutsz.

Gedurende zijn Indische tijd schreef Colijn met tussenpozen brieven aan zijn echtgenote Helena Groenenberg (1867-1947). Herman Langeveld citeerde in zijn Colijn-biografie Dit leven van krachtig handelen uit deze brieven en plaatste ze in de historische context. Het is een raadsel waarom deze brieven, aanwezig in een Amsterdams archief, nog niet zijn gedigitaliseerd. Ze bevatten tal van details over het militaire leven in de kolonie en over de emoties (of de afwezigheid daarvan) van de deelnemer die Colijn is. Hij was daarin een zoon van zijn koloniale tijd, maar ook een man die zoveel mogelijk probeert een dragelijk tot aangenaam leven te leiden. Zo schrijft hij op 19 oktober 1894 aan zijn vrouw:

Eergisteren had ik een verkenning van de richting van Tjakra Negara met mijn peloton. Toen ik terugkeerde kon ik het niet langer uithouden. Ik zette 1 sergeant & 6 soldaten (Amboneezen) met geladen geweer bij me op posten en ben toen in de rivier gesprongen om te baden. ’t Was heerlijk! En nu weer genoeg. Ik schrijf spoedig opnieuw. Jij toch ook hè lieveling? Ik ontvang zoo graag een brief van mijn wijfje!

Dat verliefde keert vaak terug in de brieven. Het belang van ‘post van huis’ is universeel in het militaire leven.

Bajonetten

Wanneer Colijn deze en andere brieven schrijft, zit hij bij de stad Tjakra Negara op het eiland Lombok. Hier zouden hevige gevechten plaatsvinden, die bekend werden onder de eufemistische verzamelnaam ‘Lombok-expedities’. Colijn schrijft over de wreedheid van de koloniale oorlog:

Zelfs vrouwen vochten mee, sommigen met kinderen aan de borst.
Ik heb er een gezien die, met een kind van ongeveer 1/2 jaar op den linkerarm, en een lange lans in de rechterarm op ons afstormde. Een kogel van ons doodde moeder en kind.
We mochten toen geen genade meer geven. Ik heb 9 vrouwen en 3 kinderen, die genade vroegen, op een hoop moeten zetten en ze zoo dood laten schieten. Het was onaangenaam werk maar ’t kon niet anders. De soldaten regen ze met genot aan hun bajonetten.

Helena noteert bij deze passage: “Hoe vreeselijk!” En dat was het ook, vooral de frase “met genot”. Desalniettemin kreeg hij voor zijn optreden de Militaire Willems Orde toegekend. Overigens ligt een deel van de toen geroofde kostbaarheden sindsdien in Nederland, deels in het Rijksmuseum te Amsterdam, deels in het Museum voor Volkenkunde te Leiden.

Schrijver

Dat Colijn een schrijver was, blijkt ook uit de officiële stukken die hij als gezagvoerend militair en later als burgelijk bestuurder schreef. Aan Van Heutsz, wiens adjudant hij wordt in 1904, levert hij dikke pakke nota’s en beschouwingen, zin na zin in kraakhelder Nederlands. Zijn productie neemt toe als hij in 1907 benoemd wordt tot secretaris van het gouvernement. Als de ogen en oren van Van Heutsz is hij in de kleinste uithoeken van de kolonie aanwezig, hij is schijnbaar onvermoeibaar op reis, dag in dag uit. In datzelfde jaar 1907 publiceert hij het vuistdikke boek Politiek beleid en bestuurszorg in de Buitenbezittingen. Hij is dan al militair af, en op weg politicus te worden. Voor Van Heutsz is hij een grote steun: niet alleen door de informatie die hij weet te vergaren, maar ook door de manier van politieke manier waarop hij visies en werkwijzen weet te formuleren. Colijn is scherp, slim en als het moet strategisch.

Geweld

Het is jammer dat de aandacht voor het koloniale verleden zich tegenwoordig zo nadrukkelijk richt op de inzet van militair geweld. Er was nog wel meer gaande in de militaire wereld, zeker in de periode dat Colijn in Indië zat. Toen hij arriveerde begin jaren 1890 was de kolonie grotendeels onbekend terrein en vol van interne oorlogen, wanneer hij in 1910 in Nederland lid van de Tweede Kamer wordt, lijkt de kolonie onder Nederlands bestuur te zijn gebracht. Het verschil? Vooral Van Heutsz, maar ook een man van Colijn.

(Dit artikel verscheen eerder in de rubriek Wapenzuster, in het blad van de bond van Wapenbroeders)