Wat nog het meeste opvalt, is dit. In een bespreking van het boek Revolusi komt dat ene cijfer naar voren. Een onderzoek had aangetoond dat 50 procent van de Nederlanders trots is op het koloniale verleden. Andere Europese landen veel minder. En ik dacht, wat is hiervan de onderliggende boodschap?

Wie over het koloniale verleden praat, hoort dat volgens het nieuwe politieke correct te doen met zelfhaat. Vooral en eigenlijk alleen benadrukken hoe slecht en verkeerd alles was, en daar horen dan opmerkingen bij over excuses. Zo moet het tegenwoordig. Maar dat is een te smal venster op het verleden.

Het koloniale systeem op zich is fout, daar kan geen twijfel over bestaan. Je gaat niet een ander land bezetten met het idee ten eerste er winst op te maken en ten tweede er jouw cultuur te implementeren als zijnde de beschaving. Dus dat is duidelijk. Daarmee begint het gesprek over betekenis. Want binnen dat systeem bestond een Indisch-Nederlandse cultuur, met mensen die daarin leefden. Ik vermoed dat nazaten ervan trots waren op hun grootvader of grootmoeder.

Misschien was er vroeger een grootvader die dankzij jaren hard werken opklom tot kantoorchef en bij iedereen van de afdeling geliefd was. Of hij werkte bij de spoorwegen, of hij was militair die namens de koningin onderscheiden werd met een Militaire Willemsorde voor betoonde moed, beleid en trouw. Of er was een grootmoeder, die de Hoogere Burgerschool volgde en ging studeren in een tijd dat het voor meisjes nog niet vanzelf sprak. Er was misschien een voormoeder die onderwijs gaf, die vaccineerde tegen de ziekten van die tijd, of die huismoeder was en man en kinderen een veilig thuis gaf. Mensen op wie je trots kunt zijn, gemeten met de maatstaven van die tijd. Daar gaat het immers om. Leren begrijpen wat toen normaal was en hoe de koloniale cultuur functioneerde. En ik weet het uit mijn eigen leven: iets leren begrijpen kost tijd en moeite.

Hier is dus het moeilijke van die 50 procent die trots is. Er stond niet bij waarop precies. Dan is het speculeren en redelijk nadenken. Dat maakt het moeilijker en daarmee doen we de realiteit van dat verleden recht. Het is ingewikkeld. Tegenstrijdig en lastig. Het hoort erbij. Wie meteen moraliserend met de vinger gaat zwaaien, loopt wat mij betreft kans op een levenslang verbod op spekkoek en rijsttafel eten. Inclusief sambal.

 

(Deze column verscheen eerder op Dagblad070.nl en meerdanbabipangang.nl)